Laurus Nobilis

Verzorgingstips

Water geven | Licht behoefte | Voeding behoefte | Verpotten | Luchtzuiverend | Giftig

Water geven

De grond van een Laurus Nobilis moet steeds lichtvochtig aanvoelen. De plant zelf verbruikt niet veel water, maar de Laurus Nobilis is wel gevoelig aan een teveel aan water. Geef daarom de plant niet te vaak water. Van zodra de grond terug begint op te drogen, geef je terug wat water bij.

De hoeveelheid toe te dienen water is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de standplaats en grootte van de Laurus Nobilis. Start daarom met kleine hoeveelheden water. Is de grond na 4 dagen nog steeds erg nat, geef dan bij de volgende gietbeurt wat minder water. Is de grond echter te droog, geef dan wat meer water bij de volgende gietbeurt.

Als je sommige planten teveel water geeft in combinatie met een niet-optimale luchtvochtigheid, transpireren deze het vocht weg en kunnen er druppels aan de bladeren komen. De plant zweet als het ware de stoffen uit die door de luchtvochtigheid naar buiten worden geduwd. Probeer in dit geval de plant wat minder water in één keer te geven, en opteer eerder voor hem vaker te besprenkelen met een beperkte hoeveelheid water. Tevens kan je proberen de luchtvochtigheid in je ruimte te verhogen door bijvoorbeeld een bakje met water in de ruimte neer te zetten.
Let op, guttatie kan zorgen voor vervelende plekken op de ondergrond, hou dit dus goed in de gaten.

Om te controleren of de grond vochting aanvoelt, steek je regelmatig een vinger in de grond. Met name bij een nieuwe kamerplant is het verstandig dit op regelmatige basis te doen. Je leert dan snel vanzelf hoeveel en vaak jouw Laurus Nobilis water nodig heeft.

Licht behoefte

De Laurus Nobilis staat graag op een zonnige plek. Bij een gebrek aan zonlicht zullen de bladeren lange stengels krijgen. Hiermee probeert de kamerplant het zonlicht te bereiken. Als de bladeren te lang worden, kan een Laurus Nobilis het gewicht van de enorme bladeren niet meer dragen en is er zelfs een kans dat deze gaan hangen of breken. De plant groeit van nature naar de zon toe, draai de plant daarom regelmatig met een kwartslag zodat deze recht blijft groeien.

De Laurus Nobilis verlangt graag veel direct zonlicht. Plaats de plant daarom zo'n twee meter van een raam naar het zuiden of direct voor een raam gericht naar het westen of oosten.

Indien deze kamerplant te donker staat zal er geen vers blad worden aangemaakt en is de kans op wortelrot groter.

Voeding behoefte

We adviseren om de Laurus Nobilis één maal per maand voeding te geven, echter enkel in de zomer. Dit is namelijk de groeiperiode van de plant, in de herfst en winter raden we het af om de plant voeding te geven. Gezien de plant in deze periode bijna geen voedingsstoffen nodig heeft.

Gebruik enkel algemene kamerplantenvoeding. Lees voor gebruik altijd zeker eerst de gebruiksaanwijzing en gebruik nooit meer dan aangegeven op de verpakking. Door overvoeding kan de Laurus Nobilis namelijk dood gaan.

Verpotten

De Laurus Nobilis groeit niet echt snel, maar je zal haar toch best om de drie jaar moeten verpotten. Het verpotten zorgt voor nieuwe voedingsstoffen, luchtigere grond en meer ruimte voor wortelgroei.

Het belangrijkste is dat er voldoende aarde aanwezig is om het water op te nemen, anders verbruikt de plant te snel het beschikbare door de grond opgenomen vocht.

Je hoeft niet te wachten tot de kweekpot te klein is, je kan de Laurus Nobilis onmiddellijk na aanschaf verpotten naar een sierpot. Gebruik hiervoor een pot met een diameter van minimaal 20% meer dan de vorige. Vul de pot met universele potgrond en probeer zo min mogelijk wortels te beschadigen.

Luchtzuiverend

De Laurus Nobilis is licht lucht zuiverend. Ze zet via fotosynthese koolstofdioxide om in zuurstof. Ze verdampt tevens water en verhoogt zo de luchtvochtigheid.

Ze bevordert dus de lucht in jouw huis of kantoor. Hoe meer planten er binnen staan, hoe beter.

Giftig

De Laurus Nobilis is giftig bij inname. Met name katten hebben de neiging om op de bladeren te kauwen, wat de nieren kan aantasten.

Neem bij inname zeker contact op met een huis- of dierenarts.